Het schepencollege van Aalst wil de mogelijkheden en troeven van detailhandel in de stadskern afstemmen op de grootschalige detailhandel aan de rand van de stad.
“Een ongecontroleerde ontwikkeling van handelszaken buiten het centrum kan de teloorgang van het dynamisch handelsapparaat in de handelskern betekenen”, stelt het bestuur.
“Het mag zeker niet gebeuren dat de stadskern te lijden heeft onder de baanwinkels aan de rand van de stad. Wij willen hier in kaart brengen waar welke vorm van retail kan ingeplant worden. Om wildgroei tegen te gaan, willen we een duidelijke visie waar wel en waar niet. Uiteindelijk leidt dat tot rechtszekerheid voor alle ondernemers”, aldus schepen van Ruimtelijke ordening Caroline Verdoodt (N-VA).
“Om een totaalbeeld te krijgen van de situatie in Aalst dient een gedegen visie minimaal te bestaan uit enerzijds het socio-economische aspect maar anderzijds ook het ruimtelijke aspect.”
Zij slaat de handen in elkaar met schepen van Economie Katrien Beulens (CD&V). Het schepencollege wil met een studie een positief verhaal ontwikkelen over het retailaanbod van de stad.
“Bedoeling is om de mogelijkheden van Aalst als winkelstad in kaart te brengen. Onze stadskern is de belangrijkste plek voor detailhandel, met deze studie willen we de waardering voor de stadskern versterken. Tegelijkertijd is het van groot belang dat we een visie op lange termijn ontwikkelen voor de detailhandel die zich op de uitvalsassen van onze stad clustert,” aldus schepen Beulens.
Concreet moet nu duidelijk worden waar baanwinkels beter niet lokaliseren aan de rand van de stad. We willen verdere verlinting tegengaan. Het aanbod moet steeds complementair zijn met de binnenstad.