Een stadsgracht uit de 11de eeuw en restanten van woningen uit de 12de eeuw, dat zijn de voornaamste overblijfselen die archeologen gevonden hebben op de Grote Markt. De voorbije weken werden er verschillende putten en sleuven gegraven.
Het stadsbestuur wil binnen enkele jaren de Grote Markt helemaal opnieuw inrichten, maar eerst moet er in de geschiedenisboeken worden gedoken. Archeologen groeven er de voorbije weken verschillende proefputten en sleuven op zestien strategische plaatsen. Tussen het Belfort en de Borse van Amsterdam vonden de onderzoekers van intercommunale SOLVA restanten van woningen: lemen vloeren, afvalkuilen en muurresten, waarvan één van het voormalige Vleeshuis.
Stadsomwalling
Aan de andere kant van de Markt werden er sporen van de stadsomwalling gevonden. In de Kerkstraat groeven de archeologen de stadsgracht uit de 11de eeuw op en aan de Sint-Martinuskerk stond vroeger de oude stadswal. Een andere put bevatte overblijfselen van de handelsweg Brugge-Keulen. Dit alles werd verstevigd met houten vlechtwerk.
“Het archeologisch vooronderzoek toont aan dat er een schat aan informatie onder de kasseien van de Grote Markt zit”, zegt schepen van Erfgoed Karim Van Overmeire (N-VA). Meer in het midden van de Markt vonden de archeologen zwarte aarde uit de late Middeleeuwen. “Die gaan de feitelijke inrichting van deze ruimte als markt vooraf. Dat kennen we ook uit andere belangrijke middeleeuwse steden. Ze tonen aan dat ook Aalst een sterke maatschappelijke en economische ontwikkeling kende in de 12de eeuw. De handelsweg Brugge-Keulen was hierin natuurlijk cruciaal want die verbond Aalst met de buitenwereld”, aldus de schepen.
Intussen zijn alle putten en sleuven opnieuw opgevuld.